Oekraïense leger heeft dringend meer manschappen nodig

In zijn wekelijke column in het Dagblad van het Noorden geeft Hans van Koningsbrugge, hoogleraar Russische Politiek en Geschiedenis en directeur van het GIMOES, commentaar op de op handen liggende Russische inname van de strategische stad Pokrovsk, waar al ruim een half jaar om gestreden wordt.

Er komen tegenstrijdige berichten uit de uiterst strategisch gelegen stad: Sommigen beweren dat Pokrovsk al is gevallen, terwijl anderen zeggen dat het Oekraïense leger bezig is met een tegenaanval. Het is moeilijk vast te stellen wie er gelijk heeft.

van Koningsbrugge stelt dat elke dag dat de stad in Oekraïnse handen blijft, van groot belang is voor het land: ”Dan kunnen andere troepen namelijk in de omgeving verdedigingslinies aanleggen.”

Hij prijst dan ook de prestaties van Oekraïne: ”Het Oekraïense leger heeft de Russen daar meer dan anderhalf jaar tegengehouden. Dat is een prestatie van formaat. Van Pokrovsk is natuurlijk ook weinig meer over. De stad is volledig in puin geschoten.” Echter is het zorgelijk dat bij een eventuele inname van Pokrovsk de weg naar Sloviansk en Kramakorsk openligt, de enige twee grote steden in de Donbas die Oekraïne nog in handen heeft.

U kunt de volledige column van afgelopen zaterdag hier teruglezen